Ons heidense achterneefje

Eerder verschenen in de nieuwsbrief, met dank aan Valora

In de 17e en 18e eeuw emigreerden groepen van Zuid-West Duitsland en Zwitserland naar Pennsylvania. Een deel van deze “Pennsilfaanisch Deitsche” groepen kennen wij vandaag de dag als de zwaar Christelijke Amish en de Mennonieten. Echter is er ook een groep immigranten die de Urglaawe “het oorspronkelijke geloof” meegenomen heeft uit Duitsland en tot op de dag van vandaag nog volgt. Deze heidenen bestaan naast de Asatru groepen in Amerika en hechten veel waarde aan hun eigen Deitsche identiteit. Deitsch is een dialect dat gebaseerd is op het Hoog-Duits van een aantal eeuwen geleden. Het geloof hecht een grote waarde aan de orale traditie waardoor oude legendes, mythes en sagen worden doorgegeven. Ook wordt door de orale traditie het gebruik van Braucherei doorgegeven (Seidh). Bracherei omvat het uitvoeren van rituelen, zingen van toverspreuken en het gebruik van helende kruiden tegen allerlei kwaaltjes.

Een interessant gebruik van Urglaawe is het schilderen van gekleurde wagenwielen op huizen, gedecoreerd met gestileerde symbolen. In deze “hex signs” staan soms een kompas, tulpen, harten of bomen, maar het meest opvallende is de afbeelding van de “Distelfink”: een gestileerde, kleurrijke variant van onze Europese vink. Deze vinken staan voor geluk en welvaart. De Distelfink komt uit een mythe, en heeft zijn kleurrijke uiterlijk gekregen omdat de godin Oschdra (Ostara) samen met haar zussen twee vinken vroeg om de wereld helemaal grijs te maken. Oschdra en haar zussen lopen zelf over de wereld rond om nacht, dag en schemering te brengen met hun respectievelijk zwarte, witte en gekleurde capes. Oschdra was zo trots op de kleuren die zij had gemaakt dat zij een haas opdroeg om alles waar zijn staart langskwam in kleur te drenken. De haas raakte met zijn staart een van de vinken, Distelfresser (distelvreter), die vervolgens allerlei regenboogkleuren kreeg. De Distelfink symboliseert, net als Oschdra, het brengen van licht, geluk, voorspoed, warmte en lente.

Hoewel het pantheon binnen Urglaawe gelijk is aan elke andere vorm van Germaans Heidendom, ligt de nadruk op verschillende Goden. De belangrijkste godheid in Urglaawe is Frau Holle, die ook Frau Perchta/Berchta (Noord Duits) en zelfs Frau Wode (Zuid Duits) genoemd wordt. De naam “Frau Wode” suggereert al dat zij in Urglaawe de plek in van zowel Frigg als Wodan inneemt. Zij is de aanvoerster van de Wilde Jacht en staat bekend om haar duale zorgzame persoonlijkheid met soms wrede karaktertrekken.

In tegenstelling tot ons heidendom, is bij de Urglaawe de veronderstelling dat de Wilde Jacht het hele jaar doorgaat. Frau Holle rijdt het hele jaar rond door de wolken en haalt onder andere de doden op om mee te nemen naar het dodenrijk en vruchtbaarheid te brengen in de lente. Daarnaast is zij de Godin van geboorte, handwerk en het huishouden. Ze beschermt baby’s en kinderen en heeft helende krachten door middel van Braucherei. Daarnaast worden op Walpurgisnacht de ramen en deuren van de huizen opengezet om Frau Holle uit te nodigen in huis zodat zij het huis en de familie kan zegenen voor voorspoed en geluk.

Joel staat ook zeer in het teken van Frau Holle. Als Joel aanbreekt moet iedereen zijn onafgemaakte handwerkprojecten afmaken of weggooien. Dit symboliseert de cyclus van nieuw begin en het afsluiten van het oude. Als men nog onafgemaakte projecten in zijn huis heeft dan zal het aankomende jaar slechte dingen voortbrengen.

Op 31 December wordt een verplichte maaltijd bereid van haring en gerst. De bronnen lopen hier iets uiteen. Er wordt gezegd dat deze maaltijd klaargezet moet worden voor Frau Holle, zoals het gastmaal dat wij zelf met Joel klaarzetten. Er zijn echter ook verhalen binnen de orale traditie van Urglaawe die vermelden dat men op deze dag van Frau Holle alleen maar haring en gerst mag eten. Ieder die andere dingen eet, wordt door haar opgespoord en opengereten. De lichamen worden gevuld met strooi en stenen en vervolgens weer dichtgenaaid met een ploegschaar en ijzeren ketting bij wijze van naald en draad. In dit aspect komt het woedende karakter van Frau Holle boven, maar men kan zich ook afvragen in hoeverre christelijke demonisering invloed had op dit barbaarse verhaal. In de praktijk eten de aanhangers van Urglaawe wel haring op deze dag, maar consumeren ze ook andere etenswaren. De wraak van Frau Holle voor men die geen haring eet, wordt meer gezien als een symbolische boodschap dat die persoon pech en ongeluk zal krijgen in het nieuwe jaar.

Een persoonlijke kanttekening die ik wil maken is dat ik in Zweden met het Julbord (het Joel diner) zeven verschillende ingemaakte haring voorgeschoteld kreeg met wat knäckebröd, omdat dit traditie is om dit als eerste maaltijd te eten in Zweden op deze dag. Een interessante culturele overeenkomst.

Voor wie meer wil lezen over het Deitsche heidendom:

The Pennsylvania German Heathen Alliance for the Urglaawe:
http://www.urglaawe.org/

Deitsche Mytholgie:
http://deitschmythology.