Ook op het NH-forum geplaatst, dus voor de volledigheid toch ook maar hier. In de eerste plaats: ik ben mij er terdege van bewust dat hetgeen ik hier ga neerzetten waarschijnlijk door minder dan een spreekwoordelijke 'anderhalve-man-en-een-paardenkop' gelezen gaat worden maar ik wil het gewoon ergens kwijt en dit is en blijft nu eenmaal een forum. Niets nieuws onder zon overigens, ik verbind slechts een paar puntjes.
Het gaat om het volgende. In het jaar 626 v.C. hadden de Babyloniërs zich onder leiding van de (Vazal)Koning Nabopolasser onder het juk van het Neo-Assyrische Rijk uitgevochten. Nabopolassar stichtte daarop het Neo-Babylonische Rijk en maakte samen met zijn bondgenoot, de Medische Koning Cyaxares, een einde aan het Neo-Assyrische Rijk onder de Sargonische heerser Ashur-uballit II. De zoon van Nabopolassar, Nebuchadnezzar II en Cyaxares versloegen in 605 v.C. ook de Assyrische bondgenoot, Farao Necho II tezamen met de restanten van het Neo-Assyrische leger in de Slag bij Carchemish. Over het algemeen wordt tegenwoordig aangenomen, met name wegens de nodige publicaties van Igor Mikhailovich Diakonoff, dat Cyaxares getrouwd was met een zus van Nebuchadnezzar II.
Nadat een aantal jaar eerder, te weten in het jaar 609 v.C., Koning Joziah van Judea in de Slag bij Megiddo, tussen het Koninkrijk Juda en het Egypte van Necho II, het leven had gelaten probeerden Necho II en zijn opvolgers (i.e. de Farao Psamtik II en later ook Farao Apries) hun grip op de Levant te vergroten; dat laatste met name nadat de voornoemde Koning Nebuchadnezzar II "de Grote" van het Neo-Babylonische Rijk in 601 v.C. had geprobeerd om Egypte binnen te vallen c.q. (deels) te veroveren. Psamtik II probeerde een aantal vazalkoningen die onder de suzereiniteit van de Babyloniërs vielen uit het westen van de Levant, met name Zedekiah van Juda en Itobaäl III van Tyrus, zover te krijgen dat zij in opstand zouden komen tegen Nebuchadnezzar. Zo geschiedde en rond 587 v.C. kwam Zedekiah in opstand. In feite betreft het een tweede opstand want één van Zedekiahs voorgangers, Jehoiakim genaamd, had het in 601 v.C. al eens opgenomen tegen Nebuchadnezzar waarna het resultaat was dat Juda een vazalstaat van het Neo-Babylonische Rijk werd.
Zedekiah probeerde dus in 587 v.C. zijn soevereiniteit terug te winnen maar faalde schromelijk: Nebuchadnezzar liet Jeruzalem bestormen, nam de stad in en nam een belangrijk deel van de bevolking gevangen en bracht hen naar Babylon; de periode die daarop volgde heet in de Joodse geschiedenis de 'Babylonische ballingschap'. Die periode duurde tot het jaar 539 v.C. (zo'n 50 jaar dus), in dat jaar werd het Neo-Babylonische Rijk in de Slag bij Opis onder de voet gelopen door de Perzen onder leiding van de Achaemenidische heerser Cyrus II "de Grote". Het Neo-Babylonische Rijk stond tot 539 v.C. onder het bewind van Koning Nabonidus, die vermoedelijk getrouwd was met een dochter van Nebuchanezzar II en daarmee ook tot de Chaldeïsche dynastie wordt gerekend. Nabonidus werd naar de Perzische provincie Kerman verbannen en Cyrus II liet de Judeeërs terugkeren naar Juda, dat ook onder zijn bewind viel; Juda was dus nog steeds een vazalstaat, ditmaal onder suzereiniteit van de Achaemeniden.
Wat is hier nu aan de hand? Tot 516 v.C. en de opening van de Tweede Tempel in Jeruzalem waren de autochtone inwoners van Juda polytheïstisch (of op zijn hoogst henotheïstisch) en behoorden integraal tot de Canaänitische polytheïstische traditie en daarbinnen de Yahwistische stroming en vereerden in dier voege de stormgod Yahweh en de vruchtbaarheidsgodin Asherah. Er is tussen 539 v.C. en 516 v.C. dus één-en-ander veranderd, wat is dat? Het algemene beeld is thans dat de Judeeërs wegens hun bevrijding door Cyrus II een aantal Zoroastristische ideeën in hun eigen religie geabsorbeerd hebben. Zoals we weten is Zoroastrisme in verhoogde mate henotheïstisch en praktisch gesproken monotheïstisch, met de godheid Ahura Mazda als opperwezen en Angra Mainyu als Grote Tegenstander. Dat dualistische beeld is op dit forum al meermaals besproken. Vermoedelijk hebben de Judeeërs besloten dat Ahura Mazda hen gunstig gezind was, het resultaat is enige herlabeling van goden en demonen uit het Zoroastrisme met namen van Canaänitische herkomst en de introductie van zaken als engelen en aartsengelen (respectievelijk Yazetas en Amesha Spentas). Ergo: we mogen aannemen dat Abrahamitisch monotheïsme in 516 v.C. officieel geïntroduceerd is. Men heeft daartoe ook de godheden Yahweh en El conceptueel samengevoegd tot één entiteit die in feite een Levantische versie van Ahura Mazda behelst. De godin Asherah is klaarblijkelijk onder het spreekwoordelijke tapijt geveegd.
Voorts moeten we natuurlijk opmerken dat Zoroastrisme van origine óók niet monotheïstisch is maar gestoeld is op de oud-Iraanse religieuze traditie van de Meden (de voorlopers van de Perzische Zoroastrische Magi waren aldus Herodotus de 'Zesde Stam' van het Medische volk) waarbinnen men met name de Vedisch-Dharmische godheden Varuna en Mithra vereerde. Varuna komt binnen het Zoroastrisme ook voor, met de namen Apam Napat en Ahura Barzant; Mithra komt zelfs onder exact dezelfde naam in de teksten terug. Het zou ook zo kunnen zijn dan Ahura Barzant als een emanatie van Varuna opgevat dient te worden (want "zoon der wateren", dus wellicht uit Varuna maar wordt ook als de vuurgod Agni opgevat).
Ahura Mazda wordt wel gezien als de hoofdgodheid van de Asura's, de tweede groep Vedische godheden. Op basis van het geloof van de Yazidi's is aan te nemen dat Angra Mainyu iets met de Vedische godheid Shiva van doen heeft; een aantal rituelen omtrent de Yazidische Tâwûse Malek/Malik Taus en de Vedische Karttikeya verschillen immers bijna niet, met name het gebruik van zgn. 'sanjaks' (een zevental 'magische' gouden beelden, Shaivisten gebruiken vergelijkbare objecten) en daarbij opgemerkt dat sommige Shaivistische Hindoes daadwerkelijk deelnemen in Yazidische ceremonies.
De relatie tussen Tâwûse Malek en Angra Mainyu moet gezocht worden in het feit dat de eerste meestal als pauw wordt voorgesteld, volgens Zurvanistische overlevering een creatie van de tweede; dit is overigens wel een beetje een Blavatskyaanse opvatting (en daarmee ietwat discutabel).
Uit het bovenstaande moeten we concluderen dat de diepere structuur van alle huidige Abrahamitische geloofsstromingen in principe Vedisch van aard is. Het voorgaande is in feite al eens geïllustreerd m.b.v. een vergelijk tussen kabbalistische ideeën en Tantrisme en het Joodse geloof in reïncarnatie (daarin Gilgul haNeshamot genaamd). Gezien het ook redelijk algemeen wordt aangenomen, bijvoorbeeld uit hoofde van de nodige theorieën van Georges Dumézil, dat een goed deel van de Europese polytheïstische 'heidense' tradities óók gelinkt is aan de Dharmische wereld kunnen we niet anders dan aannemen dat de Vedische oudheid in feite de bron vormt van religie in een vrij brede zin.
Het interessante is dat Sikhs, op filosofische gronden, ook aannemen dat hetgeen wij 'God' en moslims 'Allah' noemen en hetgeen Hindoes 'Brahma' en 'Brahman' (ingeval de Heilige Geest) noemen essentieel één-en-hetzelfde moet zijn (een principe dat bij hen 'Ek Onkar' heet).
Indien men dus goed naar de geschiedenis kijkt en dat betrekt in de religieuze praktijk dan zouden we kunnen aannemen dat Westers christendom (en vermoedelijk de andere Abrahamitische stromingen ook) en protestantisme in het bijzonder op den duur zullen convergeren naar een Westerse variant op Sikhisme, vermoedelijk wegens het behoud van een zekere monotheïstische signatuur. Die eeuwige hang naar Vedische zaken (zoals yoga en allerlei diëtaire toestanden), met spirituele 'New Age'-achtige en oriëntalistische beweegredenen, binnen liberale christelijke groepen zijn in mijn optiek een voorbode van zulks. Rozenkruisers en theosofen kunnen er wat dit betreft natuurlijk ook wat van.
Ik moet hieromtrent ook denken aan de parallel tussen het relatief moderne idee van de 'Big Bang' c.q. 'Hartle-Hawking initiële toestand' en de Vedische 'Hiranyagarbha' alsook de 'Conformal Cyclic Cosmology' van Penrose en de Nietzschiaanse 'Ewige Wiederkunft'; dit om aan te geven dat (exacte) wetenschap het hele spirituele beeld in feite niet ontkracht maar gewoonweg de waargenomen en gededuceerde mechanismen beschrijft of poogt te beschrijven.
Het vreemde blijft verder dat de tradities van de andere Grote Beschavingen: Chinezen, Egyptenaren en de Mesopotamiërs (a priori niet meer of minder waar dan het Vedische gedoe) vanuit Westers perspectief een beetje uit de religieuze beleving gedrukt zijn. Voorts moeten we niet vergeten dat de Jomon-periode met een slordige 5000 jaar op de Grote Beschavingen voorliep.