Auteur Topic: Omtrent de heidense oorsprong van monotheïsme.  (gelezen 929 keer)

Metalen Mark ov Holland

  • Lid
  • *
  • Berichten: 509
  • Kudos: +24/-0
    • Bekijk profiel
Omtrent de heidense oorsprong van monotheïsme.
« Gepost op: oktober 16, 2022, 07:39:53 pm »
Ook op het NH-forum geplaatst, dus voor de volledigheid toch ook maar hier. In de eerste plaats: ik ben mij er terdege van bewust dat hetgeen ik hier ga neerzetten waarschijnlijk door minder dan een spreekwoordelijke 'anderhalve-man-en-een-paardenkop' gelezen gaat worden maar ik wil het gewoon ergens kwijt en dit is en blijft nu eenmaal een forum. Niets nieuws onder zon overigens, ik verbind slechts een paar puntjes.

Het gaat om het volgende. In het jaar 626 v.C. hadden de Babyloniërs zich onder leiding van de (Vazal)Koning Nabopolasser onder het juk van het Neo-Assyrische Rijk uitgevochten. Nabopolassar stichtte daarop het Neo-Babylonische Rijk en maakte samen met zijn bondgenoot, de Medische Koning Cyaxares, een einde aan het Neo-Assyrische Rijk onder de Sargonische heerser Ashur-uballit II. De zoon van Nabopolassar, Nebuchadnezzar II en Cyaxares versloegen in 605 v.C. ook de Assyrische bondgenoot, Farao Necho II tezamen met de restanten van het Neo-Assyrische leger in de Slag bij Carchemish. Over het algemeen wordt tegenwoordig aangenomen, met name wegens de nodige publicaties van Igor Mikhailovich Diakonoff, dat Cyaxares getrouwd was met een zus van Nebuchadnezzar II.

Nadat een aantal jaar eerder, te weten in het jaar 609 v.C., Koning Joziah van Judea in de Slag bij Megiddo, tussen  het Koninkrijk Juda en het Egypte van Necho II, het leven had gelaten probeerden Necho II en zijn opvolgers (i.e. de Farao Psamtik II en later ook Farao Apries) hun grip op de Levant te vergroten; dat laatste met name nadat de voornoemde Koning Nebuchadnezzar II "de Grote" van het Neo-Babylonische Rijk in 601 v.C. had geprobeerd om Egypte binnen te vallen c.q. (deels) te veroveren. Psamtik II probeerde een aantal vazalkoningen die onder de suzereiniteit van de Babyloniërs vielen uit het westen van de Levant, met name Zedekiah van Juda en Itobaäl III van Tyrus, zover te krijgen dat zij in opstand zouden komen tegen Nebuchadnezzar. Zo geschiedde en rond 587 v.C. kwam Zedekiah in opstand. In feite betreft het een tweede opstand want één van Zedekiahs voorgangers, Jehoiakim genaamd, had het in 601 v.C. al eens opgenomen tegen Nebuchadnezzar waarna het resultaat was dat Juda een vazalstaat van het Neo-Babylonische Rijk werd.
Zedekiah probeerde dus in 587 v.C. zijn soevereiniteit terug te winnen maar faalde schromelijk: Nebuchadnezzar liet Jeruzalem bestormen, nam de stad in en nam een belangrijk deel van de bevolking gevangen en bracht hen naar Babylon; de periode die daarop volgde heet in de Joodse geschiedenis de 'Babylonische ballingschap'. Die periode duurde tot het jaar 539 v.C. (zo'n 50 jaar dus), in dat jaar werd het Neo-Babylonische Rijk in de Slag bij Opis onder de voet gelopen door de Perzen onder leiding van de Achaemenidische heerser Cyrus II "de Grote". Het Neo-Babylonische Rijk stond tot 539 v.C. onder het bewind van Koning Nabonidus, die vermoedelijk getrouwd was met een dochter van Nebuchanezzar II en daarmee ook tot de Chaldeïsche dynastie wordt gerekend. Nabonidus werd naar de Perzische provincie Kerman verbannen en Cyrus II liet de Judeeërs terugkeren naar Juda, dat ook onder zijn bewind viel; Juda was dus nog steeds een vazalstaat, ditmaal onder suzereiniteit van de Achaemeniden.

Wat is hier nu aan de hand? Tot 516 v.C. en de opening van de Tweede Tempel in Jeruzalem waren de autochtone inwoners van Juda polytheïstisch (of op zijn hoogst henotheïstisch) en behoorden integraal tot de Canaänitische polytheïstische traditie en daarbinnen de Yahwistische stroming en vereerden in dier voege de stormgod Yahweh en de vruchtbaarheidsgodin Asherah. Er is tussen 539 v.C. en 516 v.C. dus één-en-ander veranderd, wat is dat? Het algemene beeld is thans dat de Judeeërs wegens hun bevrijding door Cyrus II een aantal Zoroastristische ideeën in hun eigen religie geabsorbeerd hebben. Zoals we weten is Zoroastrisme in verhoogde mate henotheïstisch en praktisch gesproken monotheïstisch, met de godheid Ahura Mazda als opperwezen en Angra Mainyu als Grote Tegenstander. Dat dualistische beeld is op dit forum al meermaals besproken. Vermoedelijk hebben de Judeeërs besloten dat Ahura Mazda hen gunstig gezind was, het resultaat is enige herlabeling van goden en demonen uit het Zoroastrisme met namen van Canaänitische herkomst en de introductie van zaken als engelen en aartsengelen (respectievelijk Yazetas en Amesha Spentas). Ergo: we mogen aannemen dat Abrahamitisch monotheïsme in 516 v.C. officieel geïntroduceerd is. Men heeft daartoe ook de godheden Yahweh en El conceptueel samengevoegd tot één entiteit die in feite een Levantische versie van Ahura Mazda behelst. De godin Asherah is klaarblijkelijk onder het spreekwoordelijke tapijt geveegd.

Voorts moeten we natuurlijk opmerken dat Zoroastrisme van origine óók niet monotheïstisch is maar gestoeld is op de oud-Iraanse religieuze traditie van de Meden (de voorlopers van de Perzische Zoroastrische Magi waren aldus Herodotus de 'Zesde Stam' van het Medische volk) waarbinnen men met name de Vedisch-Dharmische godheden Varuna en Mithra vereerde. Varuna komt binnen het Zoroastrisme ook voor, met de namen Apam Napat en Ahura Barzant; Mithra komt zelfs onder exact dezelfde naam in de teksten terug. Het zou ook zo kunnen zijn dan Ahura Barzant als een emanatie van Varuna opgevat dient te worden (want "zoon der wateren", dus wellicht uit Varuna maar wordt ook als de vuurgod Agni opgevat).
Ahura Mazda wordt wel gezien als de hoofdgodheid van de Asura's, de tweede groep Vedische godheden. Op basis van het geloof van de Yazidi's is aan te nemen dat Angra Mainyu iets met de Vedische godheid Shiva van doen heeft; een aantal rituelen omtrent de Yazidische Tâwûse Malek/Malik Taus en de Vedische Karttikeya verschillen immers bijna niet, met name het gebruik van zgn. 'sanjaks' (een zevental 'magische' gouden beelden, Shaivisten gebruiken vergelijkbare objecten) en daarbij opgemerkt dat sommige Shaivistische Hindoes daadwerkelijk deelnemen in Yazidische ceremonies.   
De relatie tussen Tâwûse Malek en Angra Mainyu moet gezocht worden in het feit dat de eerste meestal als pauw wordt voorgesteld, volgens Zurvanistische overlevering een creatie van de tweede; dit is overigens wel een beetje een Blavatskyaanse opvatting (en daarmee ietwat discutabel).

Uit het bovenstaande moeten we concluderen dat de diepere structuur van alle huidige Abrahamitische geloofsstromingen in principe Vedisch van aard is. Het voorgaande is in feite al eens geïllustreerd m.b.v. een vergelijk tussen kabbalistische ideeën en Tantrisme en het Joodse geloof in reïncarnatie (daarin Gilgul haNeshamot genaamd). Gezien het ook redelijk algemeen wordt aangenomen, bijvoorbeeld uit hoofde van de nodige theorieën van Georges Dumézil, dat een goed deel van de Europese polytheïstische 'heidense' tradities óók gelinkt is aan de Dharmische wereld kunnen we niet anders dan aannemen dat de Vedische oudheid in feite de bron vormt van religie in een vrij brede zin.
Het interessante is dat Sikhs, op filosofische gronden, ook aannemen dat hetgeen wij 'God' en moslims 'Allah' noemen en hetgeen Hindoes 'Brahma' en 'Brahman' (ingeval de Heilige Geest) noemen essentieel één-en-hetzelfde moet zijn (een principe dat bij hen 'Ek Onkar' heet).
Indien men dus goed naar de geschiedenis kijkt en dat betrekt in de religieuze praktijk dan zouden we kunnen aannemen dat Westers christendom (en vermoedelijk de andere Abrahamitische stromingen ook) en protestantisme in het bijzonder op den duur zullen convergeren naar een Westerse variant op Sikhisme, vermoedelijk wegens het behoud van een zekere monotheïstische signatuur. Die eeuwige hang naar Vedische zaken (zoals yoga en allerlei diëtaire toestanden), met spirituele 'New Age'-achtige en oriëntalistische beweegredenen, binnen liberale christelijke groepen zijn in mijn optiek een voorbode van zulks. Rozenkruisers en theosofen kunnen er wat dit betreft natuurlijk ook wat van.

Ik moet hieromtrent ook denken aan de parallel tussen het relatief moderne idee van de 'Big Bang' c.q. 'Hartle-Hawking initiële toestand' en de Vedische 'Hiranyagarbha' alsook de 'Conformal Cyclic Cosmology' van Penrose en de Nietzschiaanse 'Ewige Wiederkunft'; dit om aan te geven dat (exacte) wetenschap het hele spirituele beeld in feite niet ontkracht maar gewoonweg de waargenomen en gededuceerde mechanismen beschrijft of poogt te beschrijven.
Het vreemde blijft verder dat de tradities van de andere Grote Beschavingen: Chinezen, Egyptenaren en de Mesopotamiërs (a priori niet meer of minder waar dan het Vedische gedoe) vanuit Westers perspectief een beetje uit de religieuze beleving gedrukt zijn. Voorts moeten we niet vergeten dat de Jomon-periode met een slordige 5000 jaar op de Grote Beschavingen voorliep.
« Laatst bewerkt op: november 15, 2022, 08:10:39 pm door Metalen Mark ov Holland »
"Ordening baart kunde."

Metalen Mark ov Holland

  • Lid
  • *
  • Berichten: 509
  • Kudos: +24/-0
    • Bekijk profiel
Re: Omtrent de heidense oorsprong van monotheïsme.
« Reactie #1 Gepost op: oktober 16, 2022, 07:41:00 pm »
Tweede stukje, bij wijze van aanvulling:
het heeft er alle schijn van dat de Perzische Magi de verering van Varuna, zoals de Meden dit bezigden, inruilden voor veneratie van Agni, de term Apam Napat lijkt dan betrekking te hebben op een aantal passages uit de Rigveda waarin Agni wordt beschreven als "verblijvend in het water" of iets van dien aard (met name in mandala 3, hymne 1, strofen 11 en 12; ook mandala 2, hymne 49 is vrijwel geheel aan Agni als Apam Napat toegewijd).
Het is hierbij absoluut aannemelijk dat het Zoroastristische vuurbegrip Atar samenhangt met Agni c.q. Apam Napat ofwel Ahura Barzant/Berezaiti.   

Een identificatie van Brahma met Ahura Mazda is niet ondubbelzinnig, Mithra hangt immers wel ondubbelzinnig aan Brahma maar Agni schijnbaar niet volledig. Het is hierbij enigszins aannemelijk dat de Magi op hun beurt ook twee goden samengevoegd hebben, hetgeen het latere 'Tweede Tempel idee' inzake Yahweh en El meteen minder vreemd maakt. Ingeval zouden de creatiegod Brahma en hemelgod Dyáuspitr nog wel eens conceptueel kunnen zijn samengevoegd; mijns inziens is een identificatie tussen Brahma en Ahura Mazda wel meer voor de hand liggend.
Maar goed: de Abrahamitisch-Vedische connectie is helder, dat is het belangrijkste punt in deze.

Bedenk wel steeds dat de etymologische oorsprong van zowel Yahweh als El inzake de Westerse 'God' absoluut niet Vedisch is of kan zijn. Er bestaan een aantal votiefbeeldjes van de originele Levantische goden in kwestie die pré-Perzisch zijn, deze zijn voorzien van iets dat aan een Egyptische 'Hedjet' doet denken; de bijbehorende suggestie is dus duidelijk. Overigens lijken ook de Hittiten een bepaalde eigen variant op de godheid El te hebben gehad, Elkunirsa genaamd. Omtrent de origine van Yahweh bestaan nog meer ideeën (zoals de zogenoemde 'Midianitische hypothese'), El was echter ondubbelzinnig Canaänitisch en aanvankelijk absoluut niet dezelfde godheid als Yahweh. Natuurlijk komen ook allerlei identificatietheorieën die de beide godheden aan allerlei Mesopotamische goden koppelen voor maar vermoedelijk was Yahweh-veneratie van origine Idumeaans/Edomitisch en niet expliciet Canaänitisch, ingeval Ugaritisch. Edom/Idumea/Udum lag zuidelijker, vermoedelijk is de eerst bekende vermelding van Yahweh dan ook in Egyptisch hiëroglyfen uit de tijd van Farao Amenhotep III "de Grote" en niet in (Ugaritisch) spijkerschrift.
Vermoedelijk heeft de toetreding van Yahweh tot het Canaänitische pantheon in bredere zin te maken met de assimilatie van de nomadische Idumeanen/Edomieten in de Canaänitische wereld, zoals beschreven door Flavius Josephus en Strabo; Strabo noemt hen expliciet Nabateeërs, dat zijn Arabieren. Ergo: we mogen aannemen dat Yahweh van origine een Arabische stamgod was en El een creatie- en koningsgodheid uit meer noordelijk gelegen gebieden die tot in Anatolië vereerd werd, waarvan de veneratie gepaard ging met afbeeldingen van stieren (iets anders dan Yahweh dus).

Waar hebben 'we' dus een slordige 2500 jaar met zijn allen naar gekeken, inclusief alle bijbehorende toestanden? In principe de verering van een schier Vedische godheid met een gecombineerde Nabatees-Ugaritische naam.
« Laatst bewerkt op: oktober 16, 2022, 07:48:10 pm door Metalen Mark ov Holland »
"Ordening baart kunde."

Metalen Mark ov Holland

  • Lid
  • *
  • Berichten: 509
  • Kudos: +24/-0
    • Bekijk profiel
Re: Omtrent de heidense oorsprong van monotheïsme.
« Reactie #2 Gepost op: december 12, 2022, 06:40:43 pm »
Binnen de context van al het voornoemde ben ik nog iets interessants tegengekomen in de lijst van 101 namen van Ahura Mazda die kennelijk uitgesproken dienen te worden tijdens een zogenoemde Baj, dit is de naam van een Zoroastristisch ceremonieel gedicht dat onderdeel is van een Yasna-ceremonie. Een Yasna lijkt te culmineren in een soort plengoffer waarbij men gewijd water (apas of ab genaamd) over een ritueel geprepareerde substantie sprenkelt, dit heet ab-zohr. De speciale substantie heet parahaoma en wordt onder andere gemaakt van de bladeren van de granaatappelboom en melk, aan de parahaoma wordt een heilzaam effect toegedicht en deze wordt dus ook geconsumeerd.   

Afijn, dat is leuke achtergrondinformatie inzake een Zoroastristische rite maar het ging mij voornamelijk om die namenlijst uit de Baj: naam 44 in de lijst is Varun, letterlijk. Dit betekent dat het Perzische opperwezen Ahura Mazda geïdentificeerd kan of moet worden met de Vedische godheid Varuna, hetgeen wel in lijn is met het idee dat de Meden, de voorlopers van de Perzen, Varuna als oppergod zagen en onderdeel van een godentrias (tezamen met Mithra en Agni c.q. Ahura Barzant). Alhoewel de godheid Varun/Varuna altijd geassocieerd wordt met water (in allerlei vormen), lijkt de naam Varuna letterlijk "de alles omvattende" te betekenen, ook in de betekenis "alwetend" (niet louter stoffelijk dus). Die laatste twee betekenissen zijn ook in lijn met de verbinding tussen Varuna en het begrip rta, i.e. natuurlijke orde.

Nu kunnen we uit het bovenstaande iets aardigs destilleren: de Perzische godheid die binnen het bestek van het Tweede Tempel Jodendom geconflateerd is met El (en Yahweh) is indirect te identificeren met Varuna! Doordat de godsdienstige structuur bepaald Perzisch is, zoals eerder reeds benoemd, komen de Abrahamitische religies middels de nodige retrospectie over als toegewijd aan Varuna. Zowel Varuna als diens companen binnen de Medeïsche godentrias (Agni en Mithra) zijn binnen Vedische context op de vatten als zijnde voortgekomen uit Brahma (direct danwel indirect).

Ter aanvulling en voor de volledigheid plaats ik hier ook nog even een doorverwijzing naar een pdf-versie van "The Religion of the Rigveda" door Hervey De Witt Griswold, PhD. uit 1923: klik hier, het gaat daarin voornamelijk om hoofdstuk V. Een aantal zaken die Griswold in hoofdstuk V aangeeft heb ik ook in het bovenstaande genoemd maar hij laat sommige connecties impliciet, diens behandeling van de bronteksten is echter grondig (uiteraard).
« Laatst bewerkt op: december 14, 2022, 06:42:20 pm door Metalen Mark ov Holland »
"Ordening baart kunde."

Metalen Mark ov Holland

  • Lid
  • *
  • Berichten: 509
  • Kudos: +24/-0
    • Bekijk profiel
Re: Omtrent de heidense oorsprong van monotheïsme.
« Reactie #3 Gepost op: december 19, 2022, 11:37:32 pm »
Het is eigenlijk een beetje spreekwoordelijke mosterd na de evenzo spreekwoordelijke maaltijd maar gezien alles dat reeds op dit forum besproken is zie ik mijzelf toch enigszins genoopt een voor de hand liggende implicatie iets explicieter te maken: hoe moeten we aan kijken tegen de inhoud van mijn bijdrage in de eerste posts in dit topic en de inhoud van een boek als "Gods of the Ancient Northmen" van Georges Dumézil?

Nu weet ik ook wel dat de inzichten van Dumézil en, bijvoorbeeld, Jan de Vries niet altijd met elkaar stroken dus zal het antwoord wel in meer-of-mindere mate speculatief van aard blijven. Rydberg trekt ook, weliswaar minder expliciet dan Dumézil maar evengoed, de parallel tussen delen van de de inhoud van de Rigveda en de Noordse mythen en sagen. Nu dringt het ietwat wonderlijke beeld zich op dat de Indo-Europese godentrias 'meromorf' is aan het Zoroastristische godsbeeld voorafgaand aan de 'henotheïstische reformatie' en een gelijkaardige grondslag kent inzake de structuur van Tweede Tempel jodendom; die eerste gelijkstelling was al bekend maar dat tweede idee is merkwaardig omdat het impliceert dat de Abrahamitische stromingen in hun historische essentie niet veel verschillen van oudere Europese religieuze tradities.     
"Ordening baart kunde."