Inhakende op het voorgaande: het idee dat bepaalde spirituele, casu quo wetenschappelijke benamingen hetzelfde verbeelden geeft eigenlijk al aan dat die zaken allemaal in zekere mate abstracties zijn. Wetenschappers, een groep waar ikzelf in bepaalde mate ook toe gerekend kan worden, zijn vaak redelijk arrogant in hun stellingnames; die arrogantie wordt voor een flink deel ingegeven door het onderling gebruik van jargon, dat door de buitenwereld niet begrepen wordt (ergo: buitenstaanders worden dan als zijnde 'dom' bestempeld).
Het uitsluiten van buitenstaanders om jargon is zo'n beetje de fout van elke beroepsgroep die een redelijkerwijs stevige opleiding verwachten. Gek genoeg merkte ik dikwijls die aanname dat de buitenwereld dan dus "dom" was. Ik zie een overeenkomst met wereldgeloven en kennis, taal (en dus jargon) en het beeld van de buitenwereld. Ikzelf zie een dergelijke aanname pas als dom. Immers, die schattige blauwe besjes zouden volgens die rare barbaren die in die hut wonen giftig zijn. Nonsens, God maakte ze prachtig. Hap *aargh*.
Ik sluit me aan bij het beeld dat het abstracties zijn, bovenstaande schets dat volgens mij ook voldoende.
Het probleem voor de wetenschapper is ingeval met name dat hij of zijn niet inziet dat Hartle-Hawkings toestand en bijvoorbeeld Hun-Tun per saldo synonieme begrippen zijn, weliswaar met een andere etymologie (wiskunde respectievelijk traditioneel Chinees). De wetenschapper zal de voorkeur geven aan de term die hij eigen is en ziet die als 'overeenkomstig de werkelijkheid' maar in feite is men gewoonweg onderhevig aan 'de kracht van herhaling'!
Indien men op universiteiten stelselmatig vakjargon, waar mogelijk, zou vervangen door synonieme termen uit andere contexti, dan is de implicatie dat menig wetenschapper het idee kan krijgen met iets heel anders bezig te zijn (bijvoorbeeld met Sanskriet in plaats van theoretische biologie). Potentieel is ieder mens gevoelig voor presentatievormen, zal ik maar zeggen.
Klopt, echter wordt er altijd onderwezen binnen bepaalde kaders. Die worden beinvloed door o.a. geloof, wetenschappelijke overtuiging etc. Het zou fijn zijn als mensen werden onderwezen op een wat opener wijze waarbij andere inzichten ook tot uiting kunnen komen. Dat lijkt mij gezien de verschillen tussen de diverse mensen op deze aardbol echter redelijk utopisch gedacht.
[/size]
Over ontwikkelingsniveau valt overigens ook een hoop te zeggen: op het oude Kreta gebruikte men een soort gelbatterijen; Romeinen waren naar verluid op een gegeven moment in staat om succesvol hartoperaties uit te voeren; Vikingen snapten kennelijk trigonometrie en middeleeuwse Arabieren waren ook bepaald niet slecht in wis- en sterrenkunde. Als men dan stelt dat Europese middeleeuwers minder ontwikkeld waren, is dat wellicht geen totale onzin omdat men toentertijd nogal eens geconfronteerd werd met oorlogsvoering (zodat ontwikkeling niet plaatsvond ofwel ongedaan gemaakt werd), toch is voor het uit de grond stampen van een Gothische kathedraal (een typisch middeleeuws bouwwerk) weldegelijk een behoorlijk hoog ontwikkelingsniveau en veel vakkennis nodig.
Ik ga er vanuit dat onze voorouders qua hersencapaciteit niet voor ons onderdoen (daarvoor zit er zelfs technisch gezien te weinig ruimte op de evolutionaire ladder). De omstandigheden waarin ze leefden zullen van invloed zijn geweest. Onderwijs was nou niet bepaald een van de zaken waar de gemiddelde inwoner van het toenmalige Europa zich druk over maakte. Ze hadden, op uitzonderingen na, geen toegang tot leermiddelen. Degenen die dat wel hadden, zoals monniken en aanverwanten, handelden vanuit het toenmalig inzicht en dat werd ingegeven door kerk en geloof.
Echter is kennis doorgegeven op andere manieren - het maken van grote gebouwen is een goed voorbeeld daarvan zoals je dat al schetste.
[/size]
Tegenstrijdigheden alom, zo lijkt het. Een deel van de paradoxa valt te verklaren uit het feit dat wij nogal eens de neiging hebben om oude staatskundige entiteiten als bijvoorbeeld het Romeinse Rijk of het rijk der Achaemeniden te zien als één coherente moderne natiestaat met één vast kennissysteem, één religie, enzovoort; termen die conceptueel kennelijk besloten liggen in woorden als 'Romeinen', 'Perzen' of 'Indiërs'.
Daar ben ik het mee eens. Maar we vertalen wel vaker iets naar moderne maatstaven waardoor dingen behoorlijk krom lijken. Een goed voorbeeld is het arme zielige kind in India die bakstenen hakt. Wij vertalen het naar onze maatstaven en zeggen "wat erg". Daar zegt men; "blij dat ze die 2 roepies per dag meebrengt, want daarvan eten we drie dagen". Iets beoordelen met je eigen positie als maatstaf maakt relativering lastig.
[/size]
Het probleem doet zich eigenlijk al voor met het gebruik van het woord 'Nederland': bedoelt men het Nederlandsche Koninkrijk, gesticht anno 1813 met het aanvaarden van de soevereiniteit van ons land door Willem Frederik van Oranje-Nassau? Volgens velen markeert echter het onderteecknen van de "Plakkaat van Verlatinghe" in 1581 het startpunt van Nederland, terwijl de eerste de facto onafhankelijke staatkundige entiteit in deze regionen toch echt door (mijn vermeende verre voorouder) Graaf Dirk III "Hieroselymita" voor elkaar is gekregen, dat is na de Slag bij Vlaardingen in 1018! Veel van ons willen ook nog wel eens stellen dat 'we' in 12 v.C. gedeeltelijk zijn geannexeerd door de Romeinen onder Drusus, met andere woorden: de alhier aanwezige Bataven, Tubanten, Kanninefaten, Friezen, Ripuarische Franken, Chamaven, enzovoort waren daarvoor met zijn allen 'Nederland' aan het zijn? Wat ook vreemd is, is dat tijdens de Karolingische 'overheersing' het Oud-Nederlandsche taalgebied zich kennelijk uitstrekte van het zuiden van Jutland tot in Picardië.
Dergelijke zaken kunnen ook gesteld worden over andere gebieden of staatkundige entiteiten, probeer maar eens op coherente wijze het 'startpunt' van Ierland, Zweden of Griekenland aan te duiden.
Het lijkt allemaal nogal af te dwalen van het onderwerp, toch is hier een duidelijk verband: hoe verhoudt zich een woord (het complex aan klanken, schrifttekens, abstracte vormen, enzovoort) dat men gebruikt om een object te om- en beschrijven tot het feitelijke fenomeen? Begrijp je beter wat het 'begin' van het universum is als je het Big Bang of Hartle-Hawkins singulariteit noemt of als je het aanduidt met een Semitisch woord als Bereshit of een Oudnoors woord als Ginnungagap?
Als laatste wil ik nog wel even kwijt dat de term Ginnungagap veeleer gebruikt wordt om de toestand van de kosmos vóór het beginpunt te benoemen, fysisch gesproken eerder die Hartle-Hawkings toestand dan de Oerknal.
Qua terminologie voor Nederland kunnen we denk ik vrij kort zijn; het grondgebied van
nederlandstaligen is groter dan het grondgebied van het
Koninkrijk. We zijn nú Nederlander - dat sinds 1813 inderdaad. Daarvoor waren we de Bataafsche Republiek / Frans, daarvoor ingezetenen van de Republiek, daarvoor Spaans, daarvoor Oostenrijks, en ga zo maar verder. In het ergste geval ben ik een Kennemer of Westfries met een behoorlijke hekel aan het dorp verderop. En dat zijn tegenwoordig Nederlanders, maar nog steeds dezelfde lelijkerds als vroeger
Om ook niet af te dwalen; de vraagstelling of je iets beter begrijpt vanuit je eigen kaders of die van een ander zijn m.i. compleet afhankelijk van je eigen open geest en je vermogen tot abstract redeneren. Ik zie een overeenkomst in terminologie en omschrijvingen van singulariteiten en chaos - geef het beestje een naam, zou ik zeggen. Het lijkt mij voornamelijk neer te komen op het volgende; archetypering van zaken.