De vorige reactie was wat flauw, ik zal er weer even serieus op ingaan, dat draagt wellicht wat bij aan 'onze' gemeenschappelijke kennis.
Mark, in de wetenschap/filosofie/leven(=Existenz, zie hieronder) kun je zaken niet zomaar afwijzen omdat deze voor 'jou' minder voor de hand liggen. Jij noemt dat 'abstract', maar dat is enkel retorisch.
Dat is onzin, zelfs vanuit essentialistisch oogpunt. Zo vind ik het een wonderlijk principe dat je een appel en een banaan bij elkaar op kunt tellen tot een object dat bestaat uit twee stuks fruit, immers: wat is 'fruit'? Waren ze al niet 'samen'? Neen, niet vlak voor noch precies na mijn algebraïsche handeling. Retorisch? Denk er maar eens
echt over na: is de werkelijkheid één continu geheel? Vanuit holistisch perspectief
the way to go, dan is optellen sowieso onzin maar toch denkt een instelling als de Belastingdienst daar anders over.
Wat doe je precies als je aan het optellen bent? Ligt ontologisch gezien niet echt voor de hand, misschien in het geval van appels nog wel maar tel een potlood, een appel en een reuzenpanda maar eens bij elkaar op en noem het 'drie', wat doe je dan? Jij ziet dit kennelijk als 'voor de hand liggend' in plaats van 'abstract'.
Feitelijk worden ze alleen maar 'opgeteld' door ze te benoemen en ze in een klasse van onderscheidbare objecten te plaatsen, wat vanuit een volledig holistische ontologie beschouwd niet eens mogelijk is. Dat is niet retorisch, met uw welnemen, maar wel subjectief: een 'subjectieve abstrahering'.
Vrijheid van meningsuiting toch? Maar daar schiet hier niemand iets mee op. De tegenstelling die je schept, tussen een schijnbaar abstracte opvatting van het Westen en de zogenaamde 'concrete' of 'natuurlijke' fysisch geografische aanduidingen, is een valse oppositie. We zijn allen bekend met de fysisch geografische aanduidingen en voor de meesten onder ons zijn deze concepten helder en concreet. Alsof ze 'natuurlijk' zijn. Deze aanduidingen kennen echter een geschiedenis. Ze zijn niet natuurlijk, maar sociaal-culturele constructies uit de tweede helft van de vorige eeuw. Sterker nog, deze aanduidingen komen voort uit dezelfde discursieve en abstracte wijze van redeneren als de geopolitieke definitie van het Westen.
Ik schep die oppositie niet, dat doe je zelf: jij vindt dat de definitie van het begrip 'Westen', welke in de sociale-geografie bekend gestaan heeft als de 'Eerste Wereld', zoals jij die gewoon bent te gebruiken en welke in jouw vakgebied (kennelijk) een gangbare term is voor een soort meta-werkelijkheid en een heel normaal verschijnsel is, ik herken die echter niet. Jij mag best veronderstellen dat ik die eigenlijk zou moeten zien maar ik weet gewoonweg niet waar je
precies op doelt. Gebrek aan kennis? Misschien, maar ik
voel me net zozeer cultureel verwant aan een willekeurig persoon uit Kuala Lumpur als aan iemand uit Lhasa of Athene, namelijk bijna niet!
Verder stel ik vast dat als men er voor kiest om een antropologische definitie van het 'Westen' te introduceren dat dit impliceert dat er ook een dergelijke versie van 'Noorden' of 'Midden' moet bestaan.
Als men een beetje naslagwerk verricht in de wijze van conceptualisatie van deze aanduidingen, dan komt men zelf tot de conclusie dat er sprake is van een zekere mate aan abstractie. Deze conceptualisaties komen allen voort uit denkprocessen en denken is niet concreet, maar abstract van aard. Dat men de fysisch geografische duidingen als natuurlijk of concreet ervaart is simpelweg te wijten aan een gebrek aan 'denken'. Zolang men niet nadenkt over zulke zaken, dan behouden deze hun illusionair natuurlijk overkomen. Maar goed, dat is gezien vanuit de filosofie. Vanuit de antropologie zijn overigens ook andere non-discursieve manieren bekend van waaruit men met 'doxa' kunt breken, zoals trance-reizen en possession rituals.
Tja, dat is natuurlijk zonneklaar: semantiek gaat nu eenmaal gepaard met abstracties anders kun je aanduidingen niet in andere woorden dan aanwijzende voornaamwoorden vatten. Stel je een omgekeerde situatie in een gesprek voor en neem jouw stellingname in, de totaal open geest ten opzichte van de 'abstracte' conceptualisaties:
"Dit is een kruk."
"Nee, dat is een panne(n)koek, want dit voorwerp is plat, bruin, en rond."
"Nu jij dit zo vaststelt dan vermoed ik dat je gelijk hebt maar wij noemden het altijd een 'kruk', er zitten namelijk wel pootjes onder."
"De dogma's achter je ontologisch paradigma maken het je moeilijk om het als een panne(n)koek te zien."
"Ik blijf erbij dat het een kruk is, maar ik wens je wel een smakelijk eten."
Snap je?
Bovenstaande problematiek in je beargumentatie hangt nauw samen met je verwijzing naar het 'existentialistische'. Sorry, maar hier zullen we tevens in de abstractie moeten gaan. Laat we beginnen met Heidegger en Karl Jaspers. Twee existentialisten. Heidegger maakte een onderscheid tussen een authentiek Dasein en een inauthentiek Dasein, waarbij Dasein verwijst naar de existentiële conditie van de mens als een zijnde-in-de-wereld. Oftewel, de existentiële conditie van de mens is dat deze in de wereld leeft. Volgens Karl Jaspers is een authentiek Dasein, dat hij overigens 'Existenz' noemt, een modus van bestaan waarbij men het oneindige als de oorsprong van het menselijk bestaan tegemoet treed en deze in diens leven integreert. Existenz ligt niet voor de hand. Deze moet men actualiseren. Iemand die diens Existenz heeft geactualiseerd is een mens die breekt met het alledaagse en nieuwe mogelijkheden van bestaan creëert. Een inauthentiek Dasein daarentegen is een modus van bestaan waarbij men opgaat in het alledaagse en de consensus van de grijze massa omarmt. In deze modus van bestaan doet en denkt men zoals 'zij' (Bourdieu' orthodoxy) dat doen. Een dergelijk menstype noemt Heidegger 'Das Man'. Vanuit Nietzsche gezien is Das Man, die alles accepteert of aanneemt, een ezel die op alles 'ieh-ja ieh-ja' zegt. Een inauthentiek Dasein is een bestaanswijze waarbij men diens rug heeft gekeerd tot de oneindigheid van de kosmos en zich uitsluitend tot het sociale beperkt. Peter Sloterdijk zou deze levenshouding als 'cynisch' aanduiden, dat hij definieert als een 'verlicht vals bewustzijn'. Een cynische levenshouding houdt in dat men vanuit de Verlichting gezien wel degelijk op een kritische wijze bewust is van de beperkingen van de sociaal-culturele situatie waarin men verkeerd, maar dat men zich uit dwang der dingen en uit zelfbehoud alsnog hieraan overgeeft. En zoals jij schrijft ben je wel degelijk bewust van de beperkingen van je opvattingen. Ook Sloterdijk ziet het door hem gedefinieerde cynisme als een houding dat zich afwend van het leven zelf. De modus van bestaan die jij proponeert, namelijk een existentiële conditionering waarbij men de dingen moet accepteren zoals deze "natuurlijkerwijs"overkomen, is niets anders dan een inauthentiek Dasein. Dat jij de realiteit vanuit zo'n bestaanswijze tegemoet wil treden is enkel en alleen jou keuze. Een dergelijke bestaanswijze is echter niet zo natuurlijk of vanzelfsprekend zoals het door jou gehanteerde 'existentialistische' in eerste instantie de indruk kan scheppen.
Heidegger, Jasper, Sloterdijk, Dasein, Existenz? Wat bedoel je nu te zeggen, je begint weer namen en begrippen op te lepelen zonder daadwerkelijk iets over te brengen: dà t is nou retoriek! Sloterdijk en Heidegger ben ik wel eens tegengekomen tijdens het lezen, stukjes tekst van en over de beide heren. Het blijven meningen, of mijn mening in jouw ogen minder relevant is dan die van hen (dat lijkt of blijkt zo te zijn) interesseert me niet zoveel. Ik vind het wel treurig om te moeten constateren dat je meent te moeten ageren tegen het 'Westen' (wat dat ook precies moge inhouden) terwijl je in de vorming van je 'mening' louter en alleen die van anderen propageert.
Ik vind het een pré dat woorden die ik gebruik natuurlijk overkomen bij de begrippen die ik daarmee aan probeer te duiden, actualisering of niet: authenticiteit eisen is in mijn ogen precies het soort 'luxe' denken waar jij en ik onze vingers niet aan moeten willen branden.
Wat jij cynisch noemt is in mijn optiek eerder realistisch: je mag je van mij best op het pad begeven waarin je op oorspronkelijk manier je eigen ontologieën en semantiek samenstelt maar ik durf niet op subiete wijze te stellen dat jij daar een gelukkiger, beter of oorspronkelijker wezen van gaat worden.
Wees in dit licht trouwens blij dat je geen Hindoe bent, over 'vastleggen' gesproken........
Verder wil ik je ook dit nog even meegeven: je verwijst naar hartenlust naar allerlei filosofen en schrijvers, waaronder bijvoorbeeld Dussel. Dussel is, voor zover ik het kan overzien, een filosoof die er een enigszins socialistisch wereldbeeld op nahoudt. Leuk, maar dat is precies waar jij de vinger op de zere plek meent te moeten leggen: hij is ook 'Westers' en is daarmee feitelijk voor zijn beurt aan het spreken doordat objectiverende normatieve uitspraken door het subject het subject zelf niet goed mee kùnnen nemen in de door hem of haar gepleegde conceptualisaties; ook zijn abstracties zijn subjectief, net als die van mij of jou. Bovendien is de oorsprong van Dussel zijn 'school of thought', als zijnde een 'links' denker, net zo discutabel als de kolonialistische ideeën waartegen jij ageert, net zo 'Westers' zo u wilt. Dat laatste is iets meer verborgen en is geen onderdeel van je geschiedenisles op school geweest, voor zover je geschiedschrijving of het geschreven woord sowieso nog accepteert.
Enfin: wat ik nú uit je woorden destilleer is dat jij de oorsprong van je eigen ontologieën niet (meer) accepteert.